Technieken voor staalafname : bloedafnames
Praktische informatie
Voor welke afnames moet men nuchter zijn ?
› Tijdens de periode van nuchter zijn mag water gedronken worden.
› Bepaalde parameters worden niet beïnvloed door maaltijden, maar hun waarden variëren sterk naargelang het uur van afname (circadiaans ritme); het is dus aangewezen de afname ’s morgens uit te voeren.
Verplicht nuchter (8u) | Afname wenselijk tussen 8u en 10u | |
---|---|---|
Glucose | X | |
Insuline | X | |
C peptide | X | |
Uitgelokte hyperglycemietest (oraal) | X | |
Lipiden : Triglyceriden | X (12u nuchter) | |
Acides gras (sérum) | X | |
Homocysteïne | X | |
Gastrine | X | X |
C-Telopeptide | X | X |
ACTH, Cortisol | X | |
Groeihormoon | X | |
Aldosteron, renine | X | |
Testosteron | X | |
PTH: | X | |
TSH | X | |
Ijzer, Saturatie transferrine | X | |
Catecholamines, Plasma | X | X |
FSH, LH | X | |
Leucocytaire formule | X | X |
Ostéocalcine | X | |
Fosfor | X | |
> Voor alle andere analyses: de patiënt moet niet nuchter zijn, maar het is beter om 2 à 3 uur te wachten na het nuttigen van een vetrijke maaltijd.
Hoelang en op welke temperatuur kan het bloed bewaard worden ?
• Het bloed niet langer dan 24u in het kabinet bewaren.`
• Het bloed op kamertemperatuur bewaren.
• Absoluut rekening houden met de verminderde bewaartijden voor:
Kalium:niet langer dan 6u
Fosfor:niet langer dan 1u
PTH:niet langer dan 6u, in geval van afname in een serumtube
Moleculaire RNA-testen (bvb. HCV RNA):niet langer dan 2u op kamertemperatuur of 12u bij 4°C
Veneuze bloedafname
De gummiband ongeveer een 10-tal cm boven de punctieplaats aanbrengen.
De bedoeling van de afknelling is om makkelijker de venen te vinden.
Het is aangewezen die te lossen tijdens de bloedafname.
Opgelet: indien de patiënt klaagt over koude of tintelingen of indien een cyanose optreedt, de gummiband lossen, omdat die of te strak aangebracht, of te lang aangespannen is. Een veneuze stase gedurende te lange tijd (> 3min) brengt veranderingen in de biologische parameters teweeg.
De gekozen plaats van afname zorgvuldig ontsmetten.
Na de ontsmetting de plaats van de prik niet meer palperen
Récapitulatif du prélèvement sous vide.
De staalafname luchtdicht afsluiten.


1. Flacon voor hemocultuur
2. Tubes met citraat (bilan coagulatie)
3. Tubes voor analyse van serum (droge tubes)
4. Andere tubes die coagulentia bevatten (EDTA, heparine, enz.).
Belangrijk: de tubes (in het bijzonder die met citraat) moeten correct gevuld worden ! Een tube die onvoldoende gevuld is kan een dilutie van het bloed door het anticoagulant veroorzaken en zo een fout in de resultaten teweegbrengen.